Bericht: Zindelijkheid

Hoe kan je je peuter zindelijk maken? 20 tips voor een makkelijke zindelijkheidstraining. 

De ene ouder kan niet wachten om te beginnen en de ander stelt het zo lang mogelijk uit. Zie jij er tegenop? Dat hoeft niet. De waarheid is dat als het kind er klaar voor is, het heel makkelijk gaat. Zo niet, dan wordt het een strijd 

Het goede nieuws is dat de overstap van luiers naar zindelijkheid een natuurlijk proces is. Mensen doen het al heel lang. Ze komen vroeg of laat allemaal uit de luier. 

Het is een leerproces en om het zo aangenaam mogelijk te maken, heb ik deze tips opgesteld die je kan volgen. Ik heb mijn eigen kinderen in drie á vier dagen zindelijk gekregen, gelijk ook voor ’s nachts. 

 


  1. Haast je niet om te beginnen.

Sommige ouders maken er een sport van om hun kindje zo snel mogelijk uit de luiers te hebben, maar het beste is als jij en je kindje er klaar voor zijn. Als je begint wanneer ze nog te jong zijn, kan het proces veel langer duren. Het voelen en beheersen van de aandrang is nog niet voldoende ontwikkeld voor het tweede levensjaar. Dus ik raad het aan om pas vanaf 2 jaar te beginnen. 

 

Een manier om te weten of je kindje er klaar voor is, is om op de lichaamstaal te letten. Vaak als ze klaar zijn voor het potje, gaan ze zelf ergens terugtrekken om privé te hurken. Of wanneer ze opeens interesse hebben in de grote mensen wc en vragen stellen. 

Uit eigen ervaring en de ervaring van mijn omgeving heb ik de conclusie getrokken dat hoe ouder het kind, hoe makkelijker het gaat. Ik ben zelf begonnen toen ze 3 jaar waren. 

 

  1. Begin niet met de zindelijkheidstraining als er druk is.

Is er sprake van een grote verandering? Verhuizing of een nieuwe baby in huis, wacht dan met de zindelijkheidstraining tot je kind helemaal gewend is aan de nieuwe situatie. 

 

  1. Begin met het lezen van boeken over toiletbezoek met je kind

Als je eenmaal een potje in huis hebt, zorg er dan voor dat de teddybeer van je kind er regelmatig op gaat zitten. 

 

  1. Onthoud dat kinderen het meeste leren van ons gedrag.

Begin te praten over wat je op de wc doet. Laat je kind kijken. Jongens zullen er baat bij hebben als ze kijken hoe andere jongens of hun vader het toilet gebruiken. 

 

  1. Kinderen vinden het heerlijk om andere kinderen te kopiëren.

Iets oudere neven of vrienden die de badkamer voor je peuter willen gebruiken, kunnen van grote waarde zijn bij het leerproces 

 

  1. Bouw het rustig op.

Moedig je kind gewoon aan ommisschien eerst volledig gekleed, op het potje te zitten. Het is een goede training voor je kind om het potje op en af ​​te gaan, en je wilt dat hij zich daar prettig voelt. Maak op het toilet zitten feestelijk en leukMaar dwing je kind nooit om op het potje te zitten of daar te blijven.  

Nadat hij gewend is om gekleed op het potje te zitten, vraag hem regelmatig of hij er zonder broek op wil zitten. Soms zal hij ja zeggen, en soms nee. Maak er geen groot probleem van. Je doel is alleen dat hij zich helemaal op zijn gemak voelt en aan het potje went. Lees een boek voor hem terwijl hij daar zit. Peuters hebben het druk met leuke dingen. Je moet van het potje een plek maken waar ze graag zijn als je wilt dat ze daar voldoende tijd doorbrengen. 

 

  1. Laat de inhoud van de luier zien voordat je de luier weggooit.

Leg uit dat het lichaam elke dag poep en plas maakt en dat ze in het potje horen. Vertel dat iedereen elke dag naar het potje moet. Vertel haar dat wanneer ze er klaar voor is, ze in het potje zal gaan plassen en poepen.  

Als hij een keer in het potje plast of poept vier het even met een speciaal lied en een dansje. Maar overdrijf niet, anders voelt hij te veel druk om volgende keer weer te “presteren” en dat kan hem bang maken.  

 

  1. Na alle oefeningen, stop in één keer met luiers.

Als je merkt dat jij en je kind er klaar voor zijn en genoeg geoefend hebben, maak in een keer een einde aan de luiers. Als het kan, neem een week vrij van je werk en plan niks in die week. En leg je kind uit dat jullie over zoveel nachtjes afscheid nemen van de luier en dat je kind grote-kindjes-onderbroek gaat dragen. Tel elke dag samen af, maak er iets leuks van waar ze naar uit kijken.  

 

  1. Bereid jezelf en je kind goed voor.

Wanneer die week is aangebroken, haal eventueel tapijt en vloerkleden weg. Dat scheelt veel frustratie bij ongelukjes, want ongelukjes horen erbij.  

Op de dag dat jullie afscheid nemen van de luiers, doe het gelijk in de ochtend en trek je kind een onderbroek aan. Laat je kind zelf de luiers weggooien. Leg uit dat als hij moet plassen of poepen dat tegen jou moet zeggen. Je moet regelmatig, misschien wel elke tien minuten, aan je kind vragen of ie naar potje moet. Eerste keer gaat zeker niet lukken, maar dat is geen probleem. Eerste dag kan je veel ongelukjes verwachten. Daarom is het handig om je kind bezig te houden op de vloer of iets dat je makkelijk kan schoonmaken. 

 

  1. Geef je kind veel te drinken.

Zeker de eerste 3 dagen, geef je kind veel te drinken zodat hij veel moet plassen. Oefenen zal lastig gaan als er niks in de blaas zit. Hoe meer hij moet plassen, hoe meer hij oefent om de signalen te herkennen en te voelen. 

 

  1. Geef niet toe wanneer je kind vraagt om de luier terug te doen.

Als je dat toegeeft, dan geef je het signaal dat het kind elke keer kan kiezen en dat de luier niet helemaal weg is. Let wel op, dit werkt alleen bij kinderen die ouder zijn dan 2 jaar. Ik vind zelf dat 3 jaar de ideale leeftijd is voor een soepele overgang. De reflexen zijn voldoende ontwikkeld en je kan veel beter met je kind communiceren. Ze begrijpen meer op die leeftijd.  

 

  1. Zet je kind regelmatig op het potje.

Ook al vraag je elke 10 minuten of ie naar het potje moet, het antwoord kan elke keer “nee” zijn. Daarom is het goed om je kind regelmatig toch op het potje te zetten. Ga zelf ook naar de wc, zodat je kind zich niet alleen of apart voelt. Zeg het is tijd dat we allebei gaan proberen om te plassen. 

 

  1. Verwacht ongelukjes.

Reageer positief op de ongelukjes. Spreek geen teleurstelling uit, anders zet je te veel druk op het kind om het goed te doen en kan het kind demotiveren. Onthoud dat niemand het gevoel wil hebben dat ze falen. Dus als ze zich zo voelen, proberen ze het liever niet eens meer. Reageer door je schouders op te halen en met een warme glimlach en zeg: “ach, dat kan gebeuren. Door ongelukken kunnen we juist leren. Elke dag zal het ietsje beter gaan”. 

 

  1. Ongelukjes zijn een stap in de goede richting. 

Ongelukjes zijn goed voor het proces, zorg er wel voor dat je kind niet ontmoedigd raakt. Als je kind zelf het ongelukje heeft opgemerkt zodra het begon, maar de badkamer net niet heeft gehaald, moedig haar dan aan: 

“Goed zo, je merkte het zodra je begon te plassen! Goed van je! Laten we snel naar het potje gaan voor het geval er meer uitkomt. Je zal het steeds eerder merken, zodat je eerder naar het potje gaat.” 

 

  1. Werk met kleine beloningen elke keer als het lukt.

Zing en dans samen, geef stickers, zet de favoriete tekenfilm op.  

 

  1. Blijf goed opletten.

In het begin heeft je kind waarschijnlijk meer hulp nodig bij het herkennen van de signalen die betekenen dat het tijd is om naar het potje te gaan. Als je merkt dat hij onrustig wordt of achter de bank begint te hurken, moet je hem eraan herinneren. Elke keer dat je kind opmerkt en je vertelt dat hij het potje moet gebruiken, zelfs als hij niet op tijd komt, is het een training en een kans om zijn vooruitgang in de goede richting te bewonderen. 

 

  1. Voor ’s nachts gebruik matrasbeschermers.

Laat je kindje op het potje voor het slapen en leg iets van DryNites op het matrasje. De blaas is ’s nachts minder actief, het zou dus makkelijker moeten gaan dan overdag. 

 

  1. Na drie dagen kan je met je kindje naar buiten gaan.

De eerste 3 dagen zijn het moeilijkst. Vanaf dag 4 kan je naar buiten met je kindje. Wel eerst op het potje laten gaan voordat jullie naar buiten gaan. Even snel boodschappen doen of even naar de speeltuin. Hou het werk kort, want je kindje kan opeens drang voelen om naar het potje te gaan.  

 

  1. Schrik niet van een terugval.

Het kan zijn dat het een hele dag goed is gegaan, maar opeens heeft je kindje een terugval. Dat is niet erg en hoort erbij. Je kindje traint zijn het voelen en het beheersen van zijn aandrang tot dat het gewoonte wordt.  

 

  1. Ga niet stressen, je kind voelt dat.

Ontspan, het komt echt wel goed. Heb je ooit gehoord van een kind dat niet zindelijk is (zonder medische oorzaak dan)?  

De belangrijkste tip is dat je moet wachten tot het kind er klaar voor is. WACHT totdat je goed kan communiceren en tot het kind snapt wat er aan de hand is. Maakt het echt uit wanneer dat is? Vroeg of laat gebruikt iedereen toiletten. 

Het is een mijlpijl voor je kind, maak er een positieve ervaring van. 

Bericht: Zindelijkheid